Life. Being able to live to the end of a human life of normal length; not dying prematurely, or before one's life is so reduced as to be not worth living. Bodily Health. Being able to have good health, including reproductive health; to be adequately nourished; to have adequate shelter. Bodily Integrity. Being able to move freely from place to place; to be secure against violent assault, including sexual assault and domestic violence; having opportunities for sexual satisfaction and for choice in matters of reproduction. Senses, Imagination, and Thought. Being able to use the senses, to imagine, think, and reason—and to do these things in a "truly human" way, a way informed and cultivated by an adequate education, including, but by no means limited to, literacy and basic mathematical and scientific training. Being able to use imagination and thought in connection with experiencing and producing works and events of one's own choice, religious, literary, musical, and so forth. Being able to use one's mind in ways protected by guarantees of freedom of expression with respect to both political and artistic speech, and freedom of religious exercise. Being able to have pleasurable experiences and to avoid non-beneficial pain. Emotions. Being able to have attachments to things and people outside ourselves; to love those who love and care for us, to grieve at their absence; in general, to love, to grieve, to experience longing, gratitude, and justified anger. Not having one's emotional development blighted by fear and anxiety. (Supporting this capability means supporting forms of human association that can be shown to be crucial in their development.) Practical Reason. Being able to form a conception of the good and to engage in critical reflection about the planning of one's life. (This entails protection for the liberty of conscience and religious observance.) Affiliation. Being able to live with and toward others, to recognize and show concern for other humans, to engage in various forms of social interaction; to be able to imagine the situation of another. (Protecting this capability means protecting institutions that constitute and nourish such forms of affiliation, and also protecting the freedom of assembly and political speech.) Having the social bases of self-respect and non-humiliation; being able to be treated as a dignified being whose worth is equal to that of others. This entails provisions of non-discrimination on the basis of race, sex, sexual orientation, ethnicity, caste, religion, national origin and species. Other Species. Being able to live with concern for and in relation to animals, plants, and the world of nature. Play. Being able to laugh, to play, to enjoy recreational activities. Control over one's Environment. Political. Being able to participate effectively in political choices that govern one's life; having the right of political participation, protections of free speech and association. Material. Being able to hold property (both land and movable goods), and having property rights on an equal basis with others; having the right to seek employment on an equal basis with others; having the freedom from unwarranted search and seizure. In work, being able to work as a human, exercising practical reason and entering into meaningful relationships of mutual recognition with other workers.

Leven. In staat zijn tot het einde van een menselijk leven van normale lengte te leven; niet voortijdig sterven, of voordat iemands leven zo is verminderd dat het niet de moeite waard is om te leven. Lichamelijke gezondheid. Een goede gezondheid kunnen hebben, inclusief reproductieve gezondheid; voldoende worden gevoed; voldoende onderdak hebben. Lichamelijke integriteit. Vrij van plaats naar plaats kunnen bewegen; om beveiligd te zijn tegen gewelddadige aanvallen, inclusief seksueel geweld en huiselijk geweld; kansen hebben voor seksuele bevrediging en voor keuze op het gebied van voortplanting. Zintuigen, verbeelding en gedachte. In staat zijn om de zintuigen te gebruiken, te bedenken, te denken en te redeneren - en deze dingen te doen op een "echt menselijke" manier, een manier geïnformeerd en gecultiveerd door een adequate opleiding, inclusief, maar geenszins beperkt tot, geletterdheid en basis wiskundige en wetenschappelijke opleiding. In staat zijn verbeelding en gedachte te gebruiken in verband met het ervaren en produceren van werken en evenementen van eigen keuze, religieus, literair, muzikaal, enzovoort. Je geest kunnen gebruiken op manieren die worden beschermd door garanties van vrijheid van meningsuiting met betrekking tot zowel politieke als artistieke spraak, en vrijheid van religieuze oefening. Aangename ervaringen kunnen hebben en niet-nuttige pijn kunnen voorkomen. Emoties.Gehechtheid kunnen hebben aan dingen en mensen buiten onszelf; om van hen te houden die van ons houden en voor ons zorgen, om te treuren om hun afwezigheid; in het algemeen, liefhebben, treuren, verlangen, dankbaarheid en gerechtvaardigde woede ervaren. Je emotionele ontwikkeling niet hebben aangetast door angst en angst. (Ondersteuning van deze mogelijkheid betekent ondersteuning van vormen van menselijke associatie waarvan kan worden aangetoond dat ze cruciaal zijn in hun ontwikkeling.) Praktische reden. In staat zijn om een ​​conceptie van het goede te vormen en kritisch na te denken over de planning van iemands leven. (Dit betekent bescherming voor de gewetensvrijheid en religieuze naleving.) Verbondenheid. In staat zijn om met en naar anderen te leven, om andere mensen te herkennen en bezorgdheid te tonen, om verschillende vormen van sociale interactie aan te gaan; zich de situatie van een ander kunnen voorstellen. (Bescherming van deze mogelijkheid betekent het beschermen van instellingen die dergelijke vormen van aansluiting vormen en voeden, en ook het beschermen van de vrijheid van vergadering en politieke meningsuiting.) De sociale basis hebben van zelfrespect en niet-vernedering; in staat zijn om te worden behandeld als een waardig wezen wiens waarde gelijk is aan die van anderen. Dit houdt bepalingen in van non-discriminatie op basis van ras, geslacht, seksuele geaardheid, etniciteit, kaste, religie, nationale afkomst en soort. Andere soorten. Leven met zorg voor en in relatie tot dieren, planten en de wereld van de natuur. Speel.Kunnen lachen, spelen, genieten van recreatieve activiteiten. Controle over je omgeving. Politieke. Effectief kunnen deelnemen aan politieke keuzes die iemands leven beheersen; het recht hebben op politieke participatie, bescherming van de vrijheid van meningsuiting en vereniging. Materiaal. Het kunnen bezitten van eigendom (zowel grond als roerende goederen), en het hebben van eigendomsrechten op gelijke basis met anderen; het recht hebben om werk te zoeken op gelijke basis met anderen; de vrijheid hebben van ongegronde zoekopdrachten en inbeslagname. Op het werk, in staat zijn om als mens te werken, praktische rede oefenen en betekenisvolle relaties aangaan van wederzijdse erkenning met andere werknemers.